De Italiaanse schrijver en wetenschapper Primo Levi is in de jaren na zijn dood in 1987 geleidelijk uitgegroeid tot een van de meest gelezen overlevenden van de Shoah. Over zijn onvrijwillig verblijf in Buna Monowitz (een dochterkamp van Auschwitz) schreef hij kort na terugkeer in Italië zeventien verhalen die meestal worden gezien als autobiografische roman (Se questo è un uomo / Is dit een mens). Later volgden La tregua (Het respijt) en I sommersi e i salvati (Verdronkenen en geredden), dit laatste boek geïnspireerd door het lezen van J. Pressers De nacht der Girondijnen, een boek dat Levi zelf uit het Nederlands vertaalde en waaraan hij het begrip van de “grijze zone” ontleende. Levi was meer dan een schrijvende overlevende: hij was auteur van een aantal bundels fantastische verhalen waarvan het belang lang onderschat is gebleven maar waarin hij anticipeerde op technische ontwikkelingen en veranderingen in ons leefmilieu die ons nu dagelijks bezighouden. Ook schreef hij fascinerende essays over “andermans vak”: taalkunde, natuurwetenschappen en talloze andere zaken.
Raniero Speelman is als docent Italiaanse letterkunde, cultuur en vertalen werkzaam aan de Universiteit Utrecht en daarnaast actief als reisleider en als tolk/vertaler. Hij bezorgde vertalingen van de verhalen, essays en gedichten van Primo Levi maar ook van werken van Foscolo, Amar, Grasso, Borgese en anderen. Zijn onderzoek ligt op het vlak van de Dante-receptie in Nederland en Zuid-Afrika, van de joods-Italiaanse literatuur en van de relaties tussen Italiaanse en Turkse staten van de Renaissance tot nu.
N.B. Deze lezing zal in het Italiaans worden gegeven.