Wie wil weten welke toekomst er in het verschiet ligt voor de westerse democratie moet naar Italië kijken. Dat is de prikkelende stelling die Pepijn Corduwener en Arthur Weststeijn uitwerken in hun boek Het Italiaanse experiment dat deze zomer is verschenen. Het Italiaanse experiment is een uitgebreide herziening van hun succesvolle eerste boek Proeftuin Italië, met aandacht voor de meest recente ontwikkelingen: Italië en de EU, de opkomst van Salvini en natuurlijk de gevolgen van corona.
In deze lezing vertelt Pepijn Corduwener waarom en hoe de Italiaanse politiek vanaf de eenwording gekenmerkt wordt door een diepe kloof tussen burgers en politiek. Om die kloof te overbruggen zijn er door de geschiedenis allerlei experimenten gelanceerd die vervolgens elders zijn nagevolgd: de risorgimento was een inspiratiebron voor negentiende-eeuwse nationalisten, Mussolini introduceerde het totalitarisme tien jaar voor Hitler, Berlusconi was er al twintig jaar voor Trump. Op deze avond doet Pepijn Corduwener de experimenten uit de Italiaanse geschiedenis uit de doeken en schijnt hij zijn licht op de politieke actualiteit in Rome.
Pepijn Corduwener (1986) is historicus en universitair docent aan de Universiteit Utrecht. Hij doceert daar moderne politieke geschiedenis en doet onderzoek naar de crisis van de middenpartijen en populisme in West-Europa. Eerder publiceerde hij een boek over democratie in naoorlogs Europa en een bundel over gevolgen van de Val van de Muur. Samen met Arthur Weststeijn schreef hij Het Italiaanse Experiment. Een nieuwe geschiedenis van modern Italië. Hij deelt regelmatig zijn expertise over Italië in de media in o.m. Nieuwsuur, Bureau Buitenland, Het Oog op Morgen, OVT en BNR Nieuwsradio.